Kindercoaches werken met kinderen tussen de 4 en 12 jaar. Meestal komen de ouders pas naar een kindercoach als het kind al iets ouder is en bijvoorbeeld ook op school tegen moeilijke situaties aanloopt of ongewenst gedrag vertoont. Dit komt omdat emoties bij kinderen nog heel erg in ontwikkeling zijn en daarom kan het lastig zijn om te zien of je kind hulp nodig heeft op sociaal emotioneel gebied. Zo rond de leeftijd van 4 jaar zijn er echter al een aantal dingen die voor een kind gaan veranderen bijvoorbeeld: voor het eerst naar school en voor het eerst naar de tandarts. Opeens is je kind geen peuter meer, maar een kleuter. Ook dingen als naar de kapper gaan kan voor een kind heel spannend zijn, zeker als het de eerste keer is. Omdat fantasie en werkelijkheid nog heel erg door elkaar lopen bij een 4-jarige kunnen ze door kleine dingen al in paniek raken.
Zo had ik deze week een gesprek met een moeder over haar dochter van 4 jaar. Dit meisje heeft veel moeite met nieuwe situaties die ze niet kent, bijvoorbeeld naar de tandarts gaan of naar school gaan, maar ook naar de kapper gaan. Ze is inmiddels al 4 keer bij de tandarts geweest, maar kruipt elke keer helemaal weg bij mama op schoot en houdt haar mond stijf dicht. De moeder geeft aan dat ze heel gevoelig is en sowieso moeite heeft met mensen die ze niet kent en situaties die ze niet kent. Hoe kun je hier als ouder nu het beste mee omgaan?
Alles wat je aandacht geeft, groeit
1. Voorbereiding
Veel gevoelige kinderen vinden het prettig om te weten wat er gaat gebeuren en wanneer. Bij jonge kinderen is het niet handig om een week van tevoren aan te geven dat ze naar de tandarts moeten, want tijd is heel abstract en zegt ze nog niet zoveel. Als ze al meer begrijpen over de dagen van de week (door school bijvoorbeeld) zou een weekplanner kunnen helpen, waarbij je met pictogrammen aangeeft op welke dag, welke dingen gaan gebeuren. Daarnaast helpt het om niet te ver van tevoren met je kind te bespreken wat er gaat gebeuren. Doe dit het liefst op de dag zelf, maar zorg dat ze wel rustig zijn.
2. Omgaan met emoties
Op het moment dat je kind ergens heel bang voor is heeft praten geen zin. Je kind zit dan in zijn emoties en heeft geen behoefte aan ratio. Bij een volwassene kun je misschien nog met praten iemand overtuigen dat de tandarts geen pijn doet bijvoorbeeld, maar als je kind eenmaal in de emotie zit heeft dit geen zin. Ook is het niet goed om de emotie te ontkennen of te bagatelliseren hoewel dit een begrijpelijke reactie is. We zeggen al snel: “Je hoeft niet bang te zijn” of “stel je niet zo aan”. Daarmee ontken je echter de emotie van je kind waardoor hij of zij zich niet serieus genomen voelt of niet begrepen voelt.
Je kunt dus beter het gevoel erkennen, ook omdat jij als ouder niet kunt bepalen voor je kind wat hij of zij voelt. En dit gevoel is er niet voor niets, ook al kunnen wij als volwassenen dit niet altijd even goed begrijpen. Door het gevoel te erkennen voelt je kind zich begrepen en kan sneller tot rust komen. Je doet dit door bijvoorbeeld te zeggen: “Ik zie dat je bang bent” of “Ik snap dat het spannend is als je nog nooit naar de tandarts bent geweest”. Benoem dus het gevoel, herhaal eventueel wat je kind zegt en toon begrip. Hierdoor weet je kind dat het gevoel er mag zijn. Doordat er rust komt is het daarna ook makkelijker om met je kind in gesprek te gaan. Belangrijk hierbij wel is dat je het ook meent, anders voelt je kind dat en zal het niet rustiger worden omdat je tegenstrijdige signalen uitstraalt.
3. Verhalen en handpoppen
Je kunt verhalen inzetten als hulpmiddel om je kind voor te bereiden op wat er gaat komen. Dit verhaal moet dan wel aansluiten bij de spannende situatie. Kijk bijvoorbeeld in de bibliotheek voor boekjes over tandarts bezoek of verzin zelf een verhaal over een kind of dier dat naar de tandarts moet en dit heel spannend vindt. Het mooiste is nog als er in het verhaal hulpmiddelen gebruikt worden die aansluiten bij je kind. Bijvoorbeeld als het dier een knuffel meeneemt naar de tandarts als troost of een mooie steen. Je kind kan dan zelf bedenken om dit ook te doen om het minder spannend te maken. Ook een handpop kan een leuke manier zijn om met je kind in gesprek te gaan over wat er gaat gebeuren of gebeurd is. Door hun levendige fantasie hebben kinderen vaak niet echt door dat ze met mama of papa aan het praten zijn. Hierdoor zijn ze soms sneller geneigd om te vertellen over hun angsten. En uiteraard is het altijd goed om een beetje humor te gebruiken om het geheel wat luchtiger te maken.
4. Visualisatie oefeningen
Er zijn verschillende visualisatie oefeningen die kunnen helpen om je af te sluiten voor de omgeving, je veiliger te laten voelen of bijvoorbeeld te aarden waardoor je kind steviger in zijn of haar schoenen staat. Een kindercoach kan hierbij helpen en kijken welke oefeningen voor je kind helpend zijn.
Tot slot
Maak het niet te zwaar. Hoe meer nadruk je er zelf op legt dat het eng is of over de angst praat, hoe meer de angst groeit. Wat aandacht krijgt, groeit namelijk. Geef dus aandacht aan positieve dingen die kunnen helpen en zoek naar oplossingen. En vergeet niet: kijk goed naar je kind, want ze weten zelf het beste wat voor hun werkt!
Chapeau, Lineke👏🏼. Mooi beschreven en ik denk erg helpend voor kinderen en ouders in dit soort situaties.
Ben trots op je😘